Muziek uit de San Marco
 

klik op de aankondiging of foto voor de website

 

 

PERSBERICHT

Op zondagmiddag 5 april 2009 geeft het ensemble Musica Antiqua Delft een concert in de Bonifatiuskerk te Rijswijk. Het ensemble bestaat uit twaalf zangers, twee violen, drie viola da gamba's en een kistorgel.
Het belangrijkste onderdeel van het programma is de Messa Concertata van Francesco Cavalli (1612-1676). Deze componist was een opvolger van Claudio Monteverdi als kapelmeester van de belangrijkste kerk van Venetië, de San Marco. Cavalli maakt gebruik van de Venetiaanse gewoonte om meerkorig te musiceren, anderzijds om de groep solisten tegenover een tutti koor te plaatsen. De solo-instrumenten zijn de violen, terwijl de drie gamba's de klankkleur van de tutti-passages verrijken.
Het Magnificat van zijn leerling, Johann Rosenmüller, is een levendige afwisseling tussen solo-passages en tutti, in dezelfde bezetting.
De koorwerken worden afgewisseld met korte instrumentale composities van tijdgenoten, die allen aan de San Marco verbonden waren.

Het concert begint om 15:00 uur.

Muziek uit de San Marco

Programma:

Francesco Cavalli - MessaConcertata
Johann Rosenmiiller - Magnificat

 

Toelichting

De samenbindende factor in het programma is de stad Venetië, waar al deze componisten hebben geleefd en/of gewerkt.

Francesco Cavalli (1612-1676) is de componist van het belangrijkste onderdeel van het programma: de Missa Concertata. Deze componist was na Giovanni Rovetta (1598-1668) de opvolger van Claudio Monteverdi (1567-1648) als kapelmeester van de belangrijkste kerk van Venetië, de San Marco. Naast geestelijke muziek heeft hij, net als Monteverdi, ook zo'n 40 prachtige en succesvolle opera's gecomponeerd. Qua stijl was hij ook zeker een opvolger van Monteverdi, zowel in zijn geestelijke als in zijn wereldlijke werken.
Cavalli maakt gebruik van de Venetiaanse gewoonte om meerkorig te musiceren, anderzijds om een groep solisten tegenover een tutti-koor te plaatsen. Dat was overigens ook daarvoor al wel de praktijk, zij het dan dat vóór Cavalli de kleinere groep niet altijd echt solistisch werd ingezet. De solo-instrumenten zijn de violen, terwijl ter ondersteuning van de tutti-koorzangers drie trombonisten werden ingedeeld. Deze gewoonte is traditioneel geworden tot en met in de tijd van Mozart. In plaats van deze trombones zetten wij overigens drie violen da gamba in. Net als Monteverdi componeerde hij ook een belangrijke Maria-Vesper, zij het dan dat er voor Cavalli's Vesper wel heel wat minder musici nodig zijn.
Missen werden in de 17de eeuw altijd in een liturgisch kader uitgevoerd. In plaats daarvan wisselen wij de delen af met korte instrumentale werken van tijdgenoten van Cavalli.

Michelangelo Rossi (1600-1674) stond bekend als Michelangelo del violino. Hij was dus ook voor zijn tijdgenoten vooral een virtuoos violist. Maar als componist van orgelwerk stond hij bepaald ztjn mannetje: de zevende toccata is niet alleen virtuoos, maar vooral ook gedurfd door de volkomen nieuwe manier om chromatisch te componeren. Niet alleen abrupte chromatische overgangen in het begin als lange passages waarin toonsoort en maat zich haast niet meer laten raden waardoor de toehoorder zelfs gedesoriënteerd kan raken. Rossi werkte in alle grote ltaliaanse steden.

Giovanni Gabrieli (1557-1613) hoorde tot de grote componisten van twee generaties eerder, maar ztjn instrumentale werken en zin orgelmuziek waren baanbrekend voor zijn tljd. Door zijn niet echt goede gezondheid werd Gabrieli nooit benoemd tot kapelmeester van de San Marco in Venetië, maar hij was daar wel de belangrijkste organist. De Canzon lV kan zowel door een instrumentaal ensemble als op orgel worden gespeeld. Dergelijke canzona's werden door hun korte lengte vaak gebruikt als voorspel van vocale werken. Gabrieli componeerde echter ook nog kortere intonaties die specifiek dienden als inleidend voorspel. Deze intonaties waren vaak maar zo'n acht maten lang.

Giovanni Legrenzi (1626-1690) was kapelmeester van de San Marco na Cavalli en hij bouwde het vaste instrumentale ensemble van deze kerk op tot een formaat dat tamelijk uniek was in die tijd. Ten tijde van Monteverdi was daar al wel een meer dan stevig ensemble, maar voor bijzondere gelegenheden werden er toen nog van buiten ook versterking ingehuurd. Alleen al aan strijkers had Legrenzi 23 musici vast tot zijn beschikking. Naast veel en belangrijke geestelijke werken cornponeerde Legrenzi ook succesvolle opera's, die qua stijl wel steeds verder af stonden van die van Monteverdi en Cavalli. Zo introduceerde hU bijvoorbeeld de da capo-aria. Legrenzi's muziek beïnvloedde componisten tot ver buiten de grenzen van ltalië.

Johann Rosenmüller (1619-1684) is niet echt een buitenbeentje, want hoewel Duitser van geboorte, heeft hij in Venetië als trombonist aan de San Marco onder Cavalli gewerkt. Het verhaal gaat dat hij van ontucht met zijn koorzangertjes werd verdacht, en de wijk had moeten nemen uit Leipzig. Na zijn verblijf in Venetië werd hij door de hertog van Braunschweig-Wolfenbüttel tot hofkapelmeester benoemd. Hij was daar als componist belangrijk omdat hij de nieuwste ltaliaanse stijl introduceerde in het noorden van Duitsland. Vooral zijn instrumentale muziek wordt tegenwoordig nog wel gehoord, maar zijn geestelijke muziek, vooral geïnspireerd door de Venetianen van zijn tijd, is ook belangrijk. Het Magnificat komt uit Rosenmüller's Maria-Vesper.